Wannes Van De Velde: Tijdsnede, Notities 1994-2000
“Aan deze leegte valt niet te tornen, we krijgen ze niet van haar plek”. In zijn zopas uitgegeven dagboekfragmenten stapelt Wannes Van de Velde de uitgelezen woorden en doorleefde wijsheid laag na laag op elkaar. Terwijl de leegte blijft, kabbelen traag en ingetogen zijn gedachten steeds verder.
Het schrijven van Wannes Van de Velde is een zoeken naar trage lijnen en deze zo lang mogelijk aanhouden. Hij is als Sysifus die zich telkens weer omdraait om zijn steen op de helling te rollen, of ook wel als een zwerver die ver voorbij de terminus gedwaald is om de rustige golfslag van het leven zo lang mogelijk te ondergaan. ‘Adem, ruimte, traagheid’, schrijft Wannes, “het is de moeilijke weg, maar uiteindelijk de meest lonende.”
Dit dagboek is een zes jaar diepe ademhaling, breed uitgeschreven en tastbaar gemaakt in de tijd: “Ondertussen reist de planeet rustig verder en ik ook, met het weinige dat mijn handen kunnen omvatten”.
De lijn die dit boek door de leegte trekt, is bovendien een radicale afwijzing van totalitaire middelmaat. Een vloek om de oppervlakkige show en de massa die niet kan omgaan met kwetsbaarheid en machteloosheid. Een schop naar de mensen die boos zijn op de zon als ze niet schijnt. “Geef mij de richel, de goot desnoods,” staat er, ” maar duw me niet op de middenweg.”
Er zijn nog andere lijnen. Zo is er de moeilijke band van Wannes Van de Velde met Antwerpen, zijn geboortestad die hij niet los kan laten, maar die kapotgemaakt is door sloop en nieuwbouw, en hardnekkig extreem rechts. Er zijn ook de talloze verwijzingen naar medekunstenaars en plaatsen die vereeuwigd zijn in liedjes.
Bovendien groeit zo tussen de - vaak erg poëtische - prozaregels door langzaam de intimiteit met een mens die weinig verschilt van zijn liedjes en gedichten, maar anderzijds ook de wat gegeneerde blik in de ziel van iemand die zich kwetsbaar en ontroerend blootgeeft. Een mens ook die keihard en scherp kan oordelen, maar tegelijk steeds mild en tastend blijft zoeken naar kleine stukjes echtheid.
Een laatste trage lijn in dit dagboek is het langzame verval. Een groeiend bewustzijn van de relativiteit en verschrikkelijke eindigheid van alles. Hier en daar is er wel een zekere zweem van greep op de dingen, zoals een gevoel van dankbaarheid dat niet gericht is op enig opperwezen, maar op het einde van deze sombere lijnen staat de loodzware diagnose van een levensbedreigende kanker die zich in het bloed van Wannes heeft genesteld. Voor hem betekent dit de aankondiging van een dood, die hij verwacht en die hij, door het wegvallen van heel wat vrienden, meer en meer vertrouwt. “De dood heeft ons nodig,” zo stelt hij en ook: ieder sterven is loutering want “…er zal altijd een nieuw begin mogelijk zijn…”
REFERENTIE :
Wannes Van de Velde, Tijdsnede, Notities 1994-2000, Uitgeverij P, Leuven, 2004, 280 blz., 22,50 euro, ISBN 90-76895-94-5
Reacties