Van totem tot verrezen Heer

Sinds de historisch-kritische methode voor het eerst werd toegepast op de boeken van de Bijbel hebben deze langzaam het aura van een Heilig en onaantastbaar dictaat van God verloren. Het voortschrijdende  inzicht in de ontstaansgeschiedenis van deze teksten, de omgeving waarin ze werden overgeleverd en de verschillende redacties die ze aanpasten en herschreven zorgden ervoor dat de Bijbel vandaag kan gezien worden als een – al dan niet geïnspireerd – verslag van de manier waarop mensen worstelen met levensvragen en Godsbeelden. Wie de Bijbel vandaag nog wil lezen als kroniek of wetboek moet zich bewust afsluiten voor wetenschappelijke inzichten van onze moderne tijd.

Voortbouwend op dit immense werkt, legt Johan Leman in ‘van totem tot verrezen Heer’ de meest recente archeologische vondsten en nieuwe antropologische inzichten naast de teksten van de Bijbel. Op basis hiervan reconstrueert hij de geschiedenis van Kanaän, waar tot de 8e v.C. Asjera, de godin van de vruchtbaarheid werd vereerd bij de Asjerapaal of levensboom. Dit Kanaänitische veelgodendom was een natuurgodsdienst die bestond uit een priesterlijke as waarin offers en rituele centraal stonden en een sjamanistische as op basis van waarzeggerij. In de eeuwen die volgen zullen de vele goden in Kanaän moeten wijken voor de éne God zoals die omschreven wordt in de Bijbel, waarbij vanuit de priesterklassen een politieke en theocratische messiasverwachting zal groeien, terwijl het sjamanisme evolueerde naar een profetendom op basis van een geestelijk messianisme. Op het moment dat Jezus aan zijn openbaar leven begon was deze transformatie volledig voltrokken.

Johan Leman acht het waarschijnlijk dat Jezus, als kind van zijn tijd, bij het begin van zijn openbare leven beïnvloed werd door of zelfs verbonden was aan het Hillel-Farizeïsme en later nog een korte tijd terug te vinden was in de kringen van Johannes de Doper. Vervolgens begon Jezus met zijn eigen apocalyptische prediking, waarin geen vernietigend oordeel maar wel erbarmen en medelijden centraal staan. De ervaring van een nabije God, die hij Vader noemt en de omkering van waarden die het Rijk van God zullen doen aanbreken komen centraal te staan. Zijn aanhoudende kritiek op de rituele en materialistische tempelcultus zullen uiteindelijk na enkele jaren tot zijn dood leiden.
In een laatste beweging kijkt Johan Leman tenslotte naar de manier waarop zich rond de figuur van Jezus een mythologie ontwikkelde, hoe kort na zijn dood een levend verrijzenisgeloof ontstond en hoe dit uiteindelijk uitgroeide tot rituelen en de Kerk.

De grote verdienste van ‘Van totem tot verrezen Heer’ is dat Johan Leman de recente wetenschappelijke inzichten samenbrengt in een consistent verhaal en ook enkele lijnen trekt naar vandaag. Alles wat in de wereld plaatsvindt, dus ook het religieuze, is voor Leman radicaal historisch en hoe beter deze historische dimensie herkend wordt, hoe beter de kern van de religieuze ervaring te voorschijn komt. Wetenschappelijke inzichten zorgen voor verrijking en verdieping van het geloof, terwijl op plaatsen waar deze dimensie niet erkend word, ook het meest sacrale zal verloren gaan.

Gert Van Langendonck

REFERENTIE:

Johan Leman, Van totem tot verrezen Heer. Een historisch-antropologisch verhaal, Pelckmans Uitgeverij, Kalmthout, 2014, 270 blz., 21,50 euro, ISBN 978-90-289-7848-5.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Willem Barnard: Een Stille duif in de verte en Psalmgetier

Wannes Van de Velde (1937-2008): Groot Liedboek

Het land is moe: Waarom Drs. P. nog steeds leeft