Eerlijke nieuwe wereld. Voorbij de grenzen van de natiestaat
Er bestaat in de wereld een
toenemende ongelijkheid in de verdeling van geld en goederen. Dat wekt niet
enkel verontwaardiging maar ook verbazing, aangezien vandaag - voor het eerst
in de geschiedenis - de nodige informatie en technologie beschikbaar is om
iedere mens een eerlijk deel van de welvaart te geven. In het boek Eerlijke nieuwe Wereld werden de
pogingen van een aantal wetenschappers om dit dodelijke verhaal beter te
begrijpen en eventueel te doorbreken gebundeld.
Zo blijkt dat er tal van factoren bestaan die een stevige rem zetten op
de realisatie van een eerlijke nieuwe wereld, maar dat deze vrijwel allemaal neerkomen
op het doorbreken van een populistisch discours dat denkt in termen van
nationaal eigenbelang. De nationale grenzen van (Westerse) naties functioneren in
de dagelijkse politieke realiteit vrijwel steeds als grenzen aan de
solidariteit.
Bovendien leiden de globalisering en
het daarbij horende neoliberaal beleid, met een gebrekkig perspectief op
solidariteit, vrijwel steeds tot een belangrijke verzwakking van de staat en
tot grotere ongelijkheid binnen de meeste ontwikkelingslanden. Concreet dwingt
de economische realiteit overheden in ontwikkelingslanden om de staat af te
bouwen en zich te beperken tot de productie van corruptie- en conflictgevoelige
grondstoffen. In het Westen worden deze landen vandaag vaak gezien als ‘fragiele
staten’ met een overheid die zwak en onwillig is om aan de noden van de
bevolking tegemoet te komen. Deze zwakke landen, verscheurt als ze zijn door
‘interne’ en ‘locale’ conflicten, moeten vervolgens door het rijke en sterke
westen uit de nood geholpen worden. Niet in het minst uit welbegrepen
eigenbelang, om negatieve effecten op het thuisfront (migratie, crisis,
terrorisme, drugs- en mensenhandel) op te vangen.
Volgens de auteurs van Eerlijke nieuwe wereld is er duidelijk
een grote nood aan alternatieven voor deze en andere globaliseringsprocessen
die onrechtvaardige verhoudingen bevorderen en bijdragen aan gewelddadige
‘locale’ conflicten. In een zuiver economisch discours rond
ontwikkelingssamenwerking, verdwijnt de medeverantwoordelijkheid, worden tal
van locale conflicten geïsoleerd van hun globaal perspectief en worden
hoogstens symptomen ervan (in bijvoorbeeld ‘vredesmissies’) aangepakt. Het
discours rond economische ongelijkheid kan dan ook in belangrijke mate
verhelderd worden door de inbreng van begrippen uit de sociologie, psychologie,
biologie en politieke wetenschappen. Zo kunnen bijvoorbeeld een globaal
burgerschap en de daarbij horende globale democratie de katalysatoren vormen voor een meer globale
rechtvaardigheid of is er een Europees beleid mogelijk dat grensoverschrijdende
sociale rechtvaardigheid effectief bevordert en ook oplossingen biedt voor de
structurele tekortkomingen van het asiel- en migratiebeleid.
In Eerlijke nieuwe wereld wordt duidelijk aangetoond dat de weerstand
tegen vormen van mondiale ongelijkheid, die op nationaal niveau absoluut niet
aanvaard zou worden, op vele manieren begrensd is. De grote verdienste van dit
boek is dat het deze grenzen zichtbaar maakt en op zoek gaat naar
alternatieven. De brede mondiale kloof tussen arm en rijk is meer dan ooit een
schandalig, onacceptabel onrecht.
REFERENTIE:
Henk van Houtum & Joos van Vugt
(Red), Eerlijke nieuwe wereld. Voorbij de grenzen van de natiestaat, Uitgeverij
Klement, Zoetermeer, 2012, 209 blz., 19,95 euro, ISBN 978-90-8687-111-7.
Reacties