De vijand van binnen (Mieke de Loof)
Sinds 2004 werkt Mieke de Loof aan
een cyclus van zeven misdaadromans die zich afspelen in een sfeer van intrige
en spionage in het Wenen van kort voor de Eerste Wereldoorlog. Zopas verscheen
het vierde deel in deze cyclus, de vijand van binnen, waarin de naweeën van de
Weense hongerrevolte van 1911 centraal staan.
Ook in dit deel verschilt de thematische setting van de voorgaande
romans, maar blijft tegelijk de duistere en broeierige sfeer van de stad en de
verwevenheid van plot en personages met de orde van de Jezuïeten doorheen de
boeken nadrukkelijk aanwezig. Dit gegeven, in combinatie met het feit dat de
auteur ook telkens een handvol markante historische figuren uit deze cultureel
ongemeen boeiende periode uitvergroot, schenkt de cyclus een blijvende
spankracht.
In het middelpunt van de
gebeurtenissen staat telkens de jonge jezuïet en geheim agent Ignatz Ksaveri.
Waar deze in het eerste boek van de cyclus nog onervaren te werk gaat en in de
twee volgende delen een zekere vaardigheid in zijn geheime bezigheden krijgt,
gaat hij in dit voorlopig laatste deel overmoedig te werk, waarna hij op het
einde zijn ontslag krijgt als geheim agent.
Recensent Menno ter Braak schreef ooit
in Het Vaderland (26/02/1939) dat het verlangen om een romanserie te schrijven
meestal getuigt van een zeker vertrouwen op eigen uithoudingsvermogen. Het
voordeel hiervan is de uitgebreidheid die toestaat om vele facetten van de mens
als sociaal wezen tot hun recht te laten komen. Daar staat tegenover dat
wanneer zelfopgelegde dwang en het gemis aan vrijheid om met een schone lei te
beginnen de overhand nemen, de auteur in herhaling dreigt te vallen. Enerzijds lijkt
het erop dat Mieke de Loof in haar romancyclus zich terdege bewust is van de gevaren
en intensiteit laat primeren op uitgebreidheid. Nog steeds staat er geen woord
te veel in haar werk. Maar anderzijds haalt de auteur te weinig voordeel uit de
uitgebreidheid van een romancyclus. Want hoewel de boeken van Mieke de Loof
vanzelfsprekend niet als 19eeeuwse familiekroniek opgezet zijn,
krijgen de hoofdpersonages in dit deel toch wel erg moeilijk om voldoende weerwerk
te bieden aan de goed uitgewerkte thematische en cultureel-politieke
achtergronden. Zo herinnert bijvoorbeeld de blijvende cryptische woordarmoede
van Wolf, Ignatz’s directe overste, nog
maar weinig aan de aura van macht en mysterie die zo kenmerkend was voor de
eerste delen.
Het lijkt alsof Ignatz in de vijand
van binnen, rustig van het ene stilleven naar het andere wandelt om tenslotte
ingehaald te worden door de feiten. In deze zin komt het einde van dit boek iets
meer als een opluchting dan als een verrassing. Het valt alvast te hopen dat de
ontknoping van dit meest recente deel in de cyclus een bevrijding betekent voor
alle partijen en dat Ignatz in wat volgt weer heel wat nadrukkelijker aanwezig
mag zijn. Tenslotte staan Wenen en de wereld op scherp voor de grote
wereldbrand.
Mieke de Loof, De vijand van binnen,
Uitgeverij De Geus, Breda, 2012, 217 blz., 13,99 euro, ISBN 978-90-445-2208-2.
Reacties