Jacques claes: Van Mensen en steden

Stel je eens voor, … je bent een oude man geworden; Oud van jaren welteverstaan. Je hele leven was je academicus, hoewel eigenlijk maar gewoon hoogleraar in pakweg de psychologie aan de universiteit van Antwerpen, maar dat mag nu niet meer, want het pensioen is aangebroken. Antwerpen blijft liggen waar het ligt, de schelde stroomt verder naar de zee, maar de deuren van de universiteit worden onherroepelijk gesloten. Wat doe je dan? Het overkwam Jacques Claes en hij schreef een boek … van mensen en steden.

Het is een beetje schroomvol zoeken naar de juiste woorden om dit pittoreske boekje te omschrijven. “Van mensen en steden” is namelijk een heel intiem werkje geworden met een onuitputtelijk aanbod van knipogen en verwijzingen, ontboezemingen, humor en fijne taalspelletjes. Iedere paragraaf ademt mee de bijzondere genegenheid van de auteur voor de stad, zijn stad, Antwerpen.

Die verfijnde speelsheid die zo eigen is aan dit boek begint al nog voor je het kaft opendoet. Als illustratie werd namelijk een kleurige antieke stadskaart van Antwerpen gekozen waarop, net na de laatste letter van de boektitel het oude hof van Liere prijkt. Inmiddels is dit oude gebouw het kloppende hart van de UA (de voormalige UFSIA) geworden, waar Jacques Claes jarenlang werkzaam was. Een knipoog naar een vorig leven ?
En ook de tekst zelf is een strak gestructureerd maar speels uitgewerkt geheel. Een deeltje over de stad die ruimte toont (richting, boven en onder, open en gesloten) krijgt als tegenhanger de stad die tijd meldt (ritme, tijdperk, toekomst). Telkens komen hierbij in korte gestileerde tekstjes, het lijken wel cursiefjes, typische aspecten van het stadsleven aan bod. Op onverwacht plaatsen duiken filosofische beschouwingen op over mens en samenleving die stralen van eenvoud en verfijnde ironie. Bovendien is dit boek doorspekt met zoveel verwijzingen naar concrete Antwerpse gebouwen, wijken of gebeurtenissen dat het geheel als het ware de allure krijgt van een alternatieve stadsgids. “Van mensen en steden” is een spitsvondig boek geworden, ook letterlijk, een ode aan de spits van de kathedraal.

Van kind tot emeritus was Jacques Claes thuis in Antwerpen, de stad waarmee hij opgroeide en die mee met hem veranderde. Het ligt voor de hand dat deze zeer intense betrokkenheid van de auteur op zijn onderwerp soms voor ongemeen scherpe bewoordingen of voor zeer gedurfde associaties zorgt. Toch is vooral te merken dat bij het lezen van dit boek, het oude vertrouwde Antwerpen langzaam overgaat in een andere stad: hoger en lager, opener en toch ook meer gesloten, meer binnen en ook meer buiten de tijd.

Na het lezen van de laatste zin van dit kabbelend stukje fijne proza, wanneer Jacques Claes schrijft : “ …maar de stad is het geprivilegieerde oord, waar te zien is hoe de hoogzwangere werkelijkheid zich in telkens nieuwe barensweeën probeert te verlossen tot wat zij geroepen is te zijn: stralende bruid, lonkend naar leven, Jeruzalem voor altijd, steeds bedreigd door, maar nooit wijkend voor de verzoeking om Babylon te worden.”, is het aan de lezer om amen te zeggen, en zich met een warm gevoel weer in de gastvrije drukte van de stad te storten.


REFERENTIE :
Jacques Claes, Van steden en mensen, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2003, 184 blz., 15,95 euro, ISBN 90-289-3358-1

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het land is moe: Waarom Drs. P. nog steeds leeft

Bram Vermeulen: In deze keer bestaan

Willem Barnard: Een Stille duif in de verte en Psalmgetier